Er is een veelvoorkomend misverstand als het gaat om zoekmachineoptimalisatie (SEO). Veel bedrijven denken dat als hun directe zakelijke concurrenten niet in de top van Google staan, zij dat ook niet hoeven. Maar je moet je afvragen: wie is in dezen je concurrent? Er is namelijk een groot verschil tussen zakelijke concurrentie en concurrentie binnen de Google-zoekresultaten.
- Zakelijke concurrentie betreft de bedrijven waarmee je rechtstreeks concurreert op producten, diensten of marktaandeel.
- Concurrentie in Google-zoekresultaten daarentegen gaat over welke websites er verschijnen wanneer iemand bepaalde, ‘concurrerende’ zoektermen invoert.
Het is goed mogelijk dat websites die géén directe zakelijke concurrenten zijn, wél concurreren voor aandacht en zichtbaarheid in Google op dezelfde of vergelijkbare zoektermen.
Enkele praktijkvoorbeelden …
De bloemist en de chocoladewinkel: concurrenten in Google, maar niet in de winkelstraat
Laten we een bloemist nemen die prachtige boeketten samenstelt, en een chocoladewinkel die de meest lekkere pralines verkoopt. Op het eerste gezicht verkopen ze totaal verschillende producten: de ene bloemen, de andere chocolade.
In de aanloop naar Valentijnsdag zoeken veel mensen echter naar “beste Valentijnscadeaus”. De bloemist wil zijn romantische rozenboeketten promoten en de chocoladewinkel wil zijn speciale Valentijnspralines aan de man brengen.
In de fysieke wereld zou je niet zeggen dat een bloemist concurreert met een chocoladewinkel. Maar online worden ze keiharde rivalen. Ze willen immers beiden bovenaan de zoekresultaten staan voor diegenen die op zoek zijn naar het perfecte cadeau voor hun geliefde.
Dus, ondanks dat ze in de winkelstraat naast elkaar kunnen bestaan zonder directe concurrentie, worden ze in de digitale wereld van Google plotseling rivalen, vechtend voor dezelfde online aandacht.
Dit voorbeeld toont hoe traditioneel niet-concurrerende bedrijven online met elkaar kunnen concurreren op dezelfde zoektermen en doelgroepen.
Het uitzendbureau en de bakkerij: concurrenten in Google, niet in de winkelstraat
Nog een voorbeeld. Laten we even een onverwacht scenario schetsen. Stel je een lokaal uitzendbureau voor dat op zoek is naar banketbakkers voor diverse bakkerijen in de stad. Er is ook een populaire bakkerij die zelf op zoek is naar banketbakkers om hun team te versterken.
Op het eerste gezicht zou je denken: wij zijn een uitzendbureau, we hoeven niet te concurreren met een bakkerij. Maar hier ligt een denkfout op de loer. Want als iemand in Google ‘vacature banketbakker’ intikt, wil zowel het uitzendbureau als de bakkerij bovenaan die resultaten staan. Beide willen de beste banketbakkers aantrekken, en beide willen dat ze bij hen solliciteren.
Het feit dat de bakkerij misschien meer middelen en budget heeft voor marketing, betekent niet dat het uitzendbureau de handdoek in de ring moet gooien. Er zijn alternatieve zoektermen, zoals ‘werken als banketbakker’, ‘banketbakker loon’ en ‘opleiding banketbakker’ waarop men zich kan richten om tóch die waardevolle kandidaten binnen te halen.
En als je twijfelt of je nou wel of niet in je vindbaarheid moet investeren, heb ik hier nog een voorbeeld uit de eigen praktijk.
Stel je voor dat zowel een beveiligingsbedrijf als een uitzendbureau op zoek is naar nieuwe beveiligingsmedewerkers. In dat geval willen beide gevonden worden op zoektermen zoals ‘vacatures beveiliging’ en ‘werken in de beveiliging’.
Als jouw beveiligingsbedrijf op de 100e plaats in Google staat en de concurrentie op plaatsen 1, 2, 3, 4 en 5, zullen beveiligers eerder daar solliciteren dan bij jou.
Na pagina één tel je namelijk niet meer mee en besta je niet voor de bezoeker. Want websites op de eerste pagina van Google krijgen 91,5% van alle bezoekers die via een zoekopdracht een website bezoeken.
Daarentegen krijgen websites op de tweede pagina slechts 4,8% van deze bezoekers en websites op de derde pagina nog maar 1,1%. Door slechts op de tweede of derde pagina te staan, laat je al een enorme hoeveelheid potentieel liggen. Laat staan op plaats 100. Pagina 10 dus.
Er zijn andere wegen die naar Rome leiden …
Als voor een klant de concurrentie te zwaar is op bepaalde zoektermen, en dit niet past bij het beschikbare budget van een klant, wijken we vaak uit naar het laaghangende fruit. Zoektermen met minder sterke concurrentie, maar waar wel meters kunnen worden gemaakt, door slim gebruik te maken van waardevolle content.
Niche down: In plaats van ons te richten op algemene en zeer concurrerende zoektermen, richten we ons dan op meer specifieke niche-zoektermen. Deze langere, specifieke zoektermen worden ‘long-tail keywords’ genoemd. Heb je vast eerder gehoord. Dus niet ‘vacature beveiliger’, maar ‘werken in de beveiliging’.
Wil je weten of zoekmachineoptimalisatie het verschil kan maken voor jouw organisatie? Neem dan vandaag nog contact met ons op. Wij geven je gratis advies over een passende strategie.